‘IK WAS BANG DAT IK DE MACHINE ZOU GAAN MISSEN’
Zijn flinke handen vertellen het verhaal. Uitvoerder Arnoud Koot (42) kreeg de wegenbouw met de paplepel ingegeven. Zijn vader werkte eerst als draglinemachinist en later als uitvoerder in deze bedrijfstak. Arnoud volgde dezelfde weg. Eerst shovelmachinist bij een machineverhuurbedrijf en vanaf 1999 bij de Zwammerdam Groep waar hij een jaar geleden werd gepromoveerd tot uitvoerder.
“In het begin was ik erg bang dat ik de machine zou gaan missen. Maar dat is heel erg meegevallen. Gelukkig spring ik af en toe nog bij als we een mannetje tekort komen.” Het is flink aanpoten in de wegenbouw maar Arnoud ziet zichzelf dit werk nog jarenlang doen. Werk genoeg want Nederland verzakt. Hij legt uit dat het voor hem als uitvoerder een voordeel is dat hij het werk dat hij moet organiseren vroeger zelf heeft uitgevoerd. “Dan weet je waar je over praat en kun je alles beter inschatten.” Zijn belangrijkste taak is om de projecten op te nemen bij de klant en daarna te coordineren en begeleiden. Samen met collega Boele Dengering (de asfvaltuitvoerder) en zijn collega Gert-Jan Jongeneel houdt hij zich bezig met het straatwerk, rioleringen, puinboren en het aanbrengen van verhardingen onder het asfalt. Hoeveel kilometer straatwerk hij in zijn leven heeft aangelegd kan hij onmogelijk zeggen maar duizenden kilometers is niet overdreven om te stellen. Een, beetje, zorgen maakt hij zich soms wel over de jonge aanwas. Hij erkent dat het niet meevalt om jonge mensen te interesseren voor de wegenbouw. “Ze denken al gauw dat ze vuile handen krijgen. Jammer, want we hebben een prachtig vak. Als je klaar bent en je kijkt achterom kun je tenminste zeggen dat je iets moois achterlaat. Een strakke straat is toch een lust voor ogen? Gelukkig hebben we onlangs een talentvolle jonge gast aangenomen die echt wel wil. Daar moet je zuinig op zijn.” Met elkaar mooie wegen maken. Dat is waar Koot voor staat. “Ik noem het altijd je gele hart. Dat is Zwammerdam Groep. Er werken hier mensen die 45 jaar of langer in dienst zijn. De sfeer is goed en één van aanpakken, Tijd voor gezelligheid ontbreekt er niet. Op vrijdagmiddag sluiten ze altijd met zijn allen af met een borrel. Wat lekkers erbij en even met elkaar een drankje doen. Dat ‘even’ kan dan in Arnoud zijn geval wel eens uitlopen tot in de kleine uurtjes (!) al maakt hij het tegenwoordig niet te bont meer. ”Met tegenwoordig twee kinderen thuis, wordt er daar ook iets van je verwacht natuurlijk.”